In het spoor van de Mol in Toscane – de complete blogserie

Bekijk hier de blogserie ‘In het spoor van de Mol in Toscane’, die ik nog tijdens het jubileumseizoen van ‘Wie is de Mol?’ in 2020 op deze website publiceerde. Toevallig was eerder dat jaar mijn nieuwe Dominicus reisgids Toscane gepubliceerd. Het jubileumseizoen van ‘Wie is de Mol?’ in Toscane was voor mij dan ook een feest van herkenning! Alle plekken staan in de reisgids beschreven.
Naast een beschrijving van alle locaties uit ‘Wie is de Mol?’ geef ik in deze driedelige blogserie ook tips voor bezienswaardigheden in de omgeving. De foto’s heb ik allemaal zelf gemaakt.

Wil je zelf in het spoor van de Mol in Toscane treden? In mijn blogserie en reisgids vind je heel veel informatie. Maar stel hieronder gerust vragen. Ik vind het natuurlijk ook leuk om achteraf te horen hoe je de reis hebt ervaren.

Meer lezen over Toscane?

Dominicus Toscane is de meest actuele Nederlandstalige reisgids van Toscane. De tweede, geheel herziene druk verscheen in november 2022. De gids geeft veel achtergrondinformatie en reistips over Toscane en daarnaast een fijne selectie van adresjes. Alle foto’s in de gids zijn door mijzelf gemaakt. De gids is onder andere hier te bestellen.

Deze afbeelding heeft een leeg alt-attribuut; de bestandsnaam is fullsizeoutput_4e35-1024x683.jpeg
Reis de Mol achterna met Dominicus Toscane!

‘Wie is de Mol?’ in Toscane – deel 3: het zuidwesten

Het derde deel van de reisblogserie ‘In het spoor van de Mol in Toscane’ gaat over de locaties die de mol en de kandidaten bezoeken in het zuidwesten van Toscane: Val di Cornia, Pisa, Elba, Bolgheri, de abdij-ruïne van San Galgano en de mijnen van San Silvestro.

Afgelopen zaterdag keek een recordaantal van ruim 5,5 miljoen mensen naar de ontknoping van ‘Wie is de Mol?’. Wie nog wat wil nagenieten, leest in dit laatste artikel uit de blog-serie alles over de locaties in Toscane die de kandidaten in de afleveringen 5 t/m 7 bezochten. Wat mij betreft zijn er nog voldoende bijzondere plekken in Toscane om er een paar extra seizoenen van het programma op te nemen. Met name in deze laatste afleveringen kwam de diversiteit van de regio mooi tot zijn recht.

Val di Cornia

Zo gaat aflevering 5 van start in de Val di Cornia, een sprookjesachtig gebied met oude steengroeven en heuvels. Je vindt er ook een groot aantal natuurparken, zoals het bijna 400 ha grote Nationaal Park van de Maremma. In dat park ligt ook het ongerepte strand van Marina di Albarese, waar de kandidaten twaalf zware puzzelstukken in de juiste volgorde aan elkaar moeten bevestigen.

Wilde katten

De grote diversiteit aan inheemse planten en dieren dankt het park het aan een wisselend klimaat met continentale, mediterrane en soms woestijnachtige kenmerken. Wanneer de kandidaten door een pijnbomenbos rijden, zegt Tygo Gerbrands dan ook terecht: “Het leek wel of we Afrika binnenreden”. Je kunt er wilde katten, reeën, dassen, otters, wilde zwijnen en Maremma-runderen tegenkomen. Trek voor een bezoek aan het park gerust een dag uit en denk eraan om wandelschoenen, een picknick en desgewenst zwemspullen mee te brengen. Omdat je voor sommige begeleide trajecten al een dag van tevoren moet reserveren, is het slim om je bezoek voor te bereiden. Zie voor meer info mijn Dominicus Toscane.

Pisa

In Pisa worden de zes kandidaten verdeeld in tweetallen, die met auto’s erop uitgestuurd worden om een locatie te vinden. Via de telefoon geven ze elkaar routeaanwijzingen. We zien hoe vier kandidaten hun eindbestemming bereiken: het beroemde plein der Wonderen.

Pisa roept direct het beeld op van een toeristische stad waar alles draait om die wereldberoemde scheve toren…

Maar daarnaast is Pisa ook een mooie en gezellige Italiaanse studentenstad. En hoewel de aandacht voor de toren terecht is, liggen er nog vele andere parels, soms letterlijk in de schaduw van de torre pendente. Zoals natuurlijk het schitterende Camposanto met het Museo delle Sinopie, de duomo en het baptisterium, maar ook de vele andere mooie pleinen en paleizen, de botanische tuinen, de muurschildering van Keith Haring

De duomo en toren gezien vanuit het baptisterium. Toen ik het plein der Wonderen in maart 2018 bezocht, lag het voor het eerst in 6 jaar tijd -heel sprookjesachtig- onder een laagje sneeuw.

Toren beklimmen

En toch -het klinkt misschien cliché- was het beklimmen van de scheve toren wel een van de hoogtepunten tijdens mijn laatste bezoek aan Pisa. Nu hoef ik als reisjournalist er dan ook geen kaartje voor te kopen of voor in de rij te staan, maar ook als dat wel zo was geloof ik dat het beklimmen van de toren (de trap heeft bijna 300 treden) zeer de moeite waard is. Ik vond het ook interessant om te zien hoe de toren er van binnen uitziet, nadat ik had gelezen over alle ingrepen die zijn gedaan om de toren niet verder scheef te laten zakken.

Het doel is natuurlijk nooit geweest om die verzakking teniet te doen: de inwoners van Pisa zouden hun geliefde scheve toren, die zoveel toeristen aantrekt, immers nooit rechtop willen zien. Terwijl je omhoogloopt leun je tegen de binnenmuur, dan weer tegen de buitenmuur. Eenmaal bovenin heeft je evenwichtsorgaan misschien even de tijd nodig om te herstellen, maar je wordt beloond met een schitterend uitzicht. Wel goed om te weten: kinderen jonger dan 8 jaar mogen de toren niet beklimmen.

Andere bestemming

Nikki en Tygo rijden naar een heel andere eindbestemming: een weiland, waar een helikopter ze al staat op te wachten. Daarmee maken ze een spectaculaire vlucht naar… Elba!
De overige vier kandidaten moeten binnen 24 uur Tygo en Nikki vinden. Als dat niet lukt, krijgen die laatsten namelijk een vrijstelling en zullen er van de overige vier kandidaten maar liefst twee afvallen. Ze volgen de aanwijzingen en vertrekken met een busje als een speer naar Piombino, een industriestad die vooral bekend staat als vertrekplaats van de boot naar Elba.

Piombino

In aflevering 6 worden de kandidaten wakker in Piombino. De mooiste parel hier is het Piazza Biovo. Gelegen op een klif in zee biedt het plein met vuurtorentje een betoverend panorama over zee: aan de ene kant zie je Elba en Corsica liggen, aan de andere kant Giglio en de andere eilanden van de Toscaanse archipel. Volgens de legende zou Venus zijn opgekomen uit de golven van de Tyrreense zee, waarbij haar parelsnoer brak en de parels in zee vielen. Die vormen tegenwoordig de eilanden van de Toscaanse archipel. Als parelduiker hou ik natuurlijk van dit soort verhalen. Helemaal als het om dit soort parels gaat. Het nationaal park van de Toscaanse Archipel is het grootste beschermde zeegebied van Europa. Er zijn zeven bewoonde Toscaanse eilanden, waarvan Elba verreweg het grootst en bekendst is.

Elba

Elba heeft aantrekkelijke baaien met zandstranden. Meestal ligt het onder een strakblauwe lucht omringd door een relatief kalme zee. Maar tijdens de opnamen van ‘Wie is de Mol?’ -in november- regent het verschrikkelijk. Het doet zo wat onheilspellend aan, maar dat past ook wel bij deze laatste fase van het ‘Wie is de Mol’-spel. Bij Elba denken we meteen aan de verbannen keizer Napoleon en dat is terecht: tijdens zijn verblijf van slechts 300 dagen heeft hij het eiland meer gevormd dan al zijn voorgangers bij elkaar. Hierover lees je meer in Dominicus Toscane.

Forten

De kandidaten van ‘Wie is de Mol?’ bezoeken alleen de hoofdstad Portoferraio, wat letterlijk ‘ijzerhaven’ betekent. Hiervandaan werd al door de Etrusken ijzererts verscheept, dat aan de oostzijde van het eiland werd gedolven. Het havenstadje ligt tegen een heuvel gebouwd en wordt gedomineerd door twee vestingwerken van de Medici: Forte Stella en Forte Falcone. In hun zoektocht naar aanwijzingen begeven Jeroen en Patrick zich naar Forte Stella en Peggy en Ron beklimmen de Torre del Martello. Die laatste toren werd overigens ook in opdracht van de Medici gebouwd. Als een oplettende Patrick naar het torentje van Fort Falcone wijst waar Nikki en Tygo daadwerkelijk opgesloten zitten, wuift Jeroen het weg: “Veel te ver weg”.

Woonhuis Napoleon

Vanaf het door bomen omzoomde Piazza della Repubblica bestijgen Jeroen en Patrick een steile trap omhoog naar de Villa dei Mulini. Dit is het voormalige woonhuis van Napoleon, waar hij als banneling in de watten werd gelegd. Oorspronkelijk waren het twee molens (mulini), die Napoleon liet samenvoegen en verbouwen tot vorstelijke residentie. Binnen zijn de salon, de studeerkamer, het toilet en de slaapkamer van Napoleon te bezichtigen. Tijdens deze opdracht wordt mijn vermoeden dat Jeroen de mol is, nog weer bevestigd. Met succes werkt Jeroen zich steeds in het blikveld van Patrick of leidt hem af, zodra er een belangrijke sleutel, aanwijzing of geld in beeld komt. Zo wijst hij om de boel te rekken Patrick nog even op het hemelbed, waar Napoleon in geslapen zou hebben. In werkelijkheid sliep de kleine generaal ook in de Villa dei Mulini altijd op zijn opklapbare veldbed met klamboe, die hij tijdens zijn tochten kriskras door Europa meenam. Wellicht valt het minder op dan het hemelbed, maar het staat er wel degelijk opgesteld. De belangrijkste nalatenschap hier is echter de bibliotheek van Napoleon. Vanuit de tuin heb je een schitterend uitzicht op de baai en de ruïne van het fort.

Theater

De vier kandidaten gaan vervolgens gezamenlijk in het mooie Teatro dei Vigilanti op zoek naar aanwijzingen over de vindplaats van Tygo en Nikki. Oorspronkelijk gebouwd als mausoleum voor de markies van Sorbello en in de achttiende eeuw gebruikt als kerk, gaf Napoleon tijdens zijn verblijf op Elba opdracht om het te verbouwen tot een theater.
De vier kandidaten vinden de toren waar hun medekandidaten gevangen zitten, maar kunnen die pas openen nadat ze de sleutel van de poort hebben gevonden. Maar helaas, het is te laat… Tygo en Nikki weten zich net op tijd te bevrijden en rennen samen de finale tegemoet. Op de boot terug naar Piombino vullen de andere kandidaten de test in. Ron en Peggy moeten het spel verlaten.

In aflevering 7 heeft de opdracht met kistjes veel weg van de opdracht die eerder dit seizoen in het kasteel van Poppi werd uitgevoerd. Ook ditmaal is er een schitterende locatie voor gekozen: het klooster van San Galgano.

San Galgano

San Galgano

Een eerste blik op de ruïne van San Galgano zal je waarschijnlijk altijd bijblijven. Dat geldt althans voor mijzelf. Want hoewel het klooster al eeuwenlang geen dak meer heeft, beschikt het over een mystieke schoonheid. Volgens de legende trok de ridder Galgano Guinotti zich in 1180 terug op de Montesiepi, nadat de aartsengel Michaël hem dit in een visioen had opgedragen. Op de heuvel aangekomen wilde hij zijn ridderzwaard in de rotsige bodem plaatsen, ten teken dat hij het geweld afzwoor en zijn leven voortaan aan God zou wijden. Maar terwijl hij zijn zwaard krachtig in de bodem stak, werd de bodem ineens zo zacht, dat zijn zwaard doorschoot – en grotendeels in de rots verdween. Het zou voortaan een kruis symboliseren, waarvoor men zou bidden. Geen mens is het ooit gelukt het zwaard eruit te trekken.

Bedevaartsoord

De Montesiepi trok al snel veel mensen die het wonder van het zwaard in de rots zelf wilden aanschouwen. In 1181 stierf Galgano en na zijn heiligverklaring begonnen monniken met de bouw van de ronde Montesiepi-kapel. Aan de voet van de Monte Siepi bouwden ze vanaf 1224 vervolgens de abdij van San Galgano die in 1288 werd ingewijd. Deze monniken waren overigens ook verantwoordelijk voor de bouw van de kathedraal van Siena. Het groeide snel uit tot een van de invloedrijkste kloosters in Toscane, maar toen in de 15de eeuw de macht van de kloosterorde afnam, verviel het abdijcomplex tot een ruïne.

Kapel van Montesiepi

Volg bij aankomst niet de borden, maar wandel vanaf de parkeerplaats de heuvel op om eerst de kleine kapel van Montesiepi te bezoeken. Vanaf hier heb je een mooi zicht op de abdijruïne onderaan de heuvel. In het midden van de eenvoudige kapel komt een groot stuk rots uit de betegelde vloer, waaruit het zwaard van San Galgano steekt. Alleen het handvat en een stukje van de kling zijn zichtbaar. Archeologen kunnen het mysterie rond het zwaard, dat is gedateerd rond 1170, niet verklaren.

Chiusdino

Vervolgens zijn de kandidaten in Chiusdino, het charmante middeleeuwse plaatsje waar bovengenoemde Galgano Guinotti in 1148 werd geboren. Boven het portaal van zijn vermeende geboortehuis bevindt zich een reliëf met de ontmoeting van de ridder met de aartsengel Michaël. Volgens de legende liet bij die ontmoeting het knielende paard van Galgano een knieafdruk achter in een steen. Deze steen wordt in de kapel van het geboortehuis getoond.

Bolgheri

De test wordt ingevuld in Bolgheri, waar alles draait om het goede leven, en dan met name om de alom geprezen Bolgheri-wijnen: Sassicaia, Antinora Solaia en Ornelaia. Je vindt er enoteca’s en luxe restaurants. Maar in het centrum bevindt zich ook een aardig delicatessenwinkeltje met terras op een gezellig pleintje, waar je een eenvoudig broodje kunt eten.
Vervolgens komt de Viale dei Cipressi in beeld: de beroemde laan van San Guido naar Bolgheri, die aan beide zijden wordt geflankeerd door eeuwenoude cipressen. Giosuè Carducci wijdde er zijn gedicht ‘Davanti San Guido’ aan, dat als volgt begint:

De cipressen van Bolghieri, die, hoog en slank,
naar San Guido komen in een dubbele rij,
bijna als rennende jonge reuzen
ze sprongen op me af en staarden me aan.

vertaling: Hester van Delden

Treffend, want als je over de bijna 5 km lange Viale dei Cipressi rijdt, voel je je heel nietig.

De kwikzilvermijn van San Silvestro

Naar aanleiding van het introductiefilmpje dat in augustus werd uitgezonden ter aankondiging van het nieuwe ‘Wie is de mol?’-seizoen, voorspelde ik al: ‘een oorverdovende tocht in treintjes door de kwikzilvermijn van San Silvestro’. En inderdaad, oorverdovend was het. Hoe ik dat wist? Twee jaar geleden bezocht ik in een groep internationale journalisten tijdens een persreis het geheel vernieuwde Parco Archeominerario di San Silvestro. Daarbij maakten we in gammele wagentjes dezelfde tocht door de mijn.

Aardedonker

Halverwege hield het treintje plotseling stil en werd ons gevraagd geen enkel geluid te maken. Vervolgens werden alle lichten gedoofd. Zo konden we gedurende een paar minuten dezelfde stilte en duisternis ervaren als de mijnwerkers vroeger, wanneer hun lamp weer eens uitviel. Ik vond het heel indrukwekkend.

In het museum hadden we even daarvoor namelijk een kast bekeken, waarin de arbeiders voordat ze de mijn ingingen, een munt ophingen bij hun persoonlijke nummer. Hiermee gaven ze hun aanwezigheid aan, en bij het verlaten van de mijn haalden ze de munt weer weg. Als hun mijnlamp tijdens de werkzaamheden uitviel, moesten ze soms wel 12 uur in het pikkedonker wachten tot de volgende schaft zag dat de munt nog in het kastje hing. Hier kwam pas verandering in toen de mijnwerkers in de jaren ’50 van de vorige eeuw eindelijk een hoofdlamp met batterij kregen. Deze luce die vene was weliswaar erg zwaar om te dragen, maar toch een hele verbetering. Langs de route staan tegenwoordig wat poppen die mijnwerkers voorstellen. Het doet ergens wat knullig aan, maar je kunt je er zo wel wat bij voorstellen.

Mijnmuseum bezoeken

Het gebied rond de uitgedoofde vulkaan Monte Amiata staat bekend om zijn kwikzilvermijnen, die lange tijd van groot belang waren voor de lokale economie. In het museum kun je door middel van proefjes meer te weten komen over kwikzilver en de verhalen lezen en beluisteren over het harde leven van de mijnbouwers. Helaas zijn er nog geen audiotours in het Nederlands, wat het voor kinderen wat lastiger maakt om het verhaal te begrijpen. Wanneer je de rit met het treintje met jonge kinderen maakt is het ook goed om die voor te bereiden op het plotseling stilstaan en het doven van de lichten. Het is dan namelijk echt aardedonker.

Abdij van San Salvatore

Een bezoek aan de mijn kun je goed combineren met een bezichtiging van de prachtige crypte van de Abazzia di San Salvatore in het gelijknamige stadje. Deze werd in de 8ste eeuw in opdracht van Karel de Grote gebouwd.

La Foce

Voor de laatste prachtige beelden van Toscane en de ontknoping van het spel, zijn we weer terug in La Foce, waarover ik in het vorige blog schreef. Terecht, want niet alleen de beroemde zigzagweg maar ook de de tuin van La foce is heel bijzonder!

De Tuin van Iris Origo

De bijzondere aansluiting bij de gebouwen en de verbinding met het omringende landschap maakt dat de tuin van Iris Origo wordt gezien als het mooiste voorbeeld van 20ste-eeuwse tuin- en landschapsarchitectuur in Italië. De tuin werd aangelegd tussen 1925 en 1939 en bestaat uit vier gedeelten. Een Italiaanse formele tuin, onderverdeeld in geometrische blokvormige buxus- en laurierhagen, strekt zich uit van het huis in de richting van Val d’Orcia en Monte Amiata. Terrasvormige hellingen klimmen de heuvel op, waar kersenbomen, pijnbomen en cipressen groeien tussen wilde brem, tijm en rozemarijn en een lange laan cipressen leidt naar een 17de-eeuws beeld. Een pad van travertijn onder een pergola van blauweregen (die in het voorjaar prachtig bloeit!) bereikt het bos en verbindt de tuin met de villa.

De ontknoping

Op deze idylische plek onthult Rik van der Westerlaken dat Tygo de verliezer, Nikki de winnaar en Jeroen de Mol is. En daarmee is er een einde gekomen aan deze spectaculaire mollenjacht. Ik hoop dat de andere ruim 3,5 miljoen kijkers net zo genoten hebben van de beelden van mijn geliefde Toscane. In deze corona-tijd is het toch wel heerlijk om weg te dromen bij het vooruitzicht aan een volgend bezoek aan die prachtige streek!

Meer lezen over Toscane?

Dominicus Toscane is de meest actuele Nederlandstalige reisgids van Toscane. De eerste druk is in 2020 verschenen. In tegenstelling tot veel andere reisgidsen is hij bovendien ‘corona-proof’. De gids geeft veel achtergrondinformatie en reistips over Toscane. Er is slechts een kleine selectie gemaakt van eet-, drink- en logeeradresjes die echt de moeite waard zijn. Na een recente controle blijken deze in januari 2022 nog allemaal open te zijn. Bovendien vind je in de gids veel webadressen, zodat je gemakkelijk zelf de actuele openingstijden van bezienswaardigheden kunt controleren. Hierdoor is de informatie, ook na de lockdown in Italië, nog even betrouwbaar. Alle foto’s in de gids zijn door mijzelf gemaakt. De gids is onder andere hier te bestellen.

‘Wie is de Mol?’ in Toscane – deel 2: het oosten

Blogserie 'Wie is de Mol?' in Toscane Deel 2

Reisblogserie ‘In het spoor van de Mol in Toscane – deel 2: Pienza, Anchiano, Caprese Michelangelo, Pitigliano en Florence

In de laatste drie afleveringen van ‘Wie is de Mol?’ werden weer genoeg bijzondere plekken bezocht voor een nieuw artikel in deze blogserie. In aflevering 2 en 3 is de uitvalsbasis van de kandidaten nog altijd Pienza, in het oosten van de regio Toscane. 

Pienza

Zo op het eerste gezicht lijkt Pienza gewoon het zoveelste mooie Toscaanse heuvelstadje, maar zodra je op het centrale plein staat begrijp je waarom het op de Werelderfgoedlijst van Unesco is geplaatst. Die allure heeft het te danken aan paus Pius II, die in 1459 besloot een monument voor zichzelf op te richten in zijn geboortedorp. Hij doopte het oorspronkelijke gehucht Corsignano om tot Pienza, dat naar zijn naam als paus verwees. Binnen drie jaar tijd verrezen een kathedraal en indrukwekkende palazzi. Toen de paus op kruistocht vertrok en in 1464 plotseling stierf, raakte de stad echter van de ene op de andere dag in vergetelheid. Zo komt het dat Pienza er nog precies zo uitziet als toen Pius II er was vertrokken. Als bezoeker waan je je in de renaissance.
In Pienza vind je steegjes met klinkende namen als de Via dell’Amore, Via del Buia, Via del Bacio, en Via della Fortuna. Wellicht is het de combinatie van deze romantische vier die verwijzen naar de liefde, een donker plekje, een kus en naar geluk dat maakt dat opvallend veel lokale verliefden elkaar hier – al dan niet heimelijk – ontmoeten. 

Bagni di San Filippo

De test vindt plaats in Bagno Vignoni, dat wel een heel bijzonder dorpsplein heeft: het Piazza dei Sorgenti (plein van de bronnen) bestaat namelijk uit een 16de-eeuws warmwaterbad van 49 bij 29 m. Het water heeft in vroeger tijden de voeten van menig Romein en vermoeide pelgrimsreiziger verwarmd en ook Lorenzo Il Magnifico zocht in Bagno Vignoni verlichting voor zijn kwalen. Het bad is niet meer in gebruik, maar voor wie echt wil baden tussen de zwaveldampen raad ik aan om naar het nabijgelegen Bagni di San Filippo te rijden. De uitgedoofde vulkaan Monte Amiata verwarmt vanuit een diepe laag in de grond het water van deze en nabijgelegen waterbronnen. De temperatuur ligt tussen de 25 en 50 graden. Je kunt er rustig baden en je verwonderen over de bijzondere kalksteenformaties, die zich er door de eeuwen heen hebben gevormd. Vooral de Fosso Bianco – een schitterend witte rots – is spectaculair!

In het spoor van Leonardo

Voor de opdracht ‘Meesterlijk’ worden de kandidaten verdeeld in drie groepjes die elk naar een eigen bestemming vertrekken. Kandidaten Jeroen en Peggy moeten hun deel van de opdracht uitvoeren bij het geboortehuis van Leonardo da Vinci in Anchiano. Alleen is dit niet echt zijn geboortehuis… In 2017 hebben Britse onderzoekers vastgesteld dat het grote genie hier nooit gewoond heeft. Dit is wel het huis waar Leonardo’s vader met diens echtgenote en elf kinderen woonde. Maar als onwettig kind werd Leonardo hier niet geboren en groeide hij op in het nabijgelegen huis van zijn grootvader. Om het ‘geboortehuis’ te bezoeken ben je verplicht een combiticket met Museo Leonardino in Vinci te kopen. Tenzij je dat museum ook wilt bezoeken, is dit niet de moeite waard. Slenter liever wat door het dorpje, dat prachtig wordt omsloten door heuvels met wijngaarden en eeuwenoude olijfbomen. Of maak vanaf de parkeerplaats een wandeling en treed in de voetsporen van de jonge Leonardo (deze mooie wandeling staat beschreven in de Dominicus Toscane).

De kandidaten Tygo en Nikki gaan naar Caprese Michelangelo. Dit plaatsje was er zo trots op dat de beroemde Michelangelo Buonarroti hier het levenslicht zag, dat het de voornaam van de kunstenaar aan de plaatsnaam Caprese liet toevoegen. Hier vind je zijn geboortehuis, namelijk het Palazzo del Podestà en ook de kleine kapel waarin Michelangelo werd gedoopt. In het geboortehuis is tegenwoordig een museum ingericht.

Florence

En dan zijn er nog drie kandidaten die hun deel van deze opdracht uitvoeren in Florence. In de prachtige Uffizi moeten zij de meesterwerken vinden, waarvan de andere kandidaten vanuit Caprese Michelangelo en Anchiano over de telefoon een beschrijving geven. Georgio Vasari bouwde de Uffizi (letterlijk: kantoorgebouwen) vanaf 1560 in opdracht van hertog Cosimo I, als bestuurscentrum voor de Medici. Dankzij de nalatenschap van Anna Maria de’ Medici vormen de Uffizi tegenwoordig het grootste museum van Toscane met de grootste collectie Italiaanse kunst ter wereld.

Palazzo Vecchio

Vervolgens wordt door de zeven kandidaten gezamenlijk nog een leuke opdracht met koffertjes  uitgevoerd op het Piazza della Signoria in Florence. 

Piazza della Signoria

Voor de opdracht ‘Groeten uit Florence’ moeten de kandidaten bezienswaardigheden opzoeken die op ansichtkaarten van Florence staan, en vervolgens deze zelf op de foto zetten. Terwijl ik de afbeeldingen op de ansichtkaarten zie visualiseer ik in mijn hoofd alle plekken waar ze naartoe moeten: “Ja, het beeld van David, daar zijn jullie vlakbij! Nee niet nog naar het Palazzo Pitti…dat halen jullie niet meer binnen de tijd! Il Porcellino – het bronzen varkentje dat je over de snuit moet aaien als je nog eens terug wilt keren naar de stad – is wel vlakbij, in de Mercato Nuovo. Het beeld van Dante… voor de Santa Croce!” Haha, gelukkig wordt deze opdracht nog best goed uitgevoerd.

Tijdens de opdracht ‘Steen rijk’ moeten de kandidaten met stenen gevulde manden dragen over een cipressenlaan tussen Pienza en San Quirico d’Orcia, een bekend decor uit de slotscéne van de film ‘Gladiator’. 

De cipressenlaan tussen Pienza en San Quirico d’Orcia

La Foce

Ook de beroemde zigzag-weg Strada Valoresi in La Foce komt weer in beeld. De weg werd aangelegd bij een 15de-eeuwse hoeve met schitterende tuinen én een bijzonder verhaal. De naam La Foce (de ontmoetingsplaats) verwijst naar de eeuwenlange functie van herberg die de plaats vervulde aan de pelgrimsroute Via Francigena. Toen het Italiaans-Engelse echtpaar Antonio en Iris Origo aan het begin van de 20ste eeuw het landgoed kocht, lieten ze de gebouwen renoveren en er een grote landschapstuin aanleggen. De Tuin van Iris Origo wordt gezien als het mooiste voorbeeld van 20de-eeuwse tuin- en landschapsarchitectuur in Italië. Toen in de loop van de Tweede Wereldoorlog in Toscane de strijd verhevigde en de partizanen in opstand kwamen, boden Iris en Antonio op hun afgelegen landgoed onderdak aan vluchtelingen en ontsnapte geallieerde krijgsgevangen. Iris tekende haar ervaringen op in het boek ‘Oorlog in Val d’Orcia’. Je kunt hier ook een wandeling maken naar het partizanen-hoofdkwartier (zie Dominicus Toscane).

La Foce

De kandidaten moeten voor hun volgende opdracht de Rocca di Radicofani beklimmen, vanwaar je een schitterend uitzicht hebt over de Orcia-vallei. 

Pitigliano

De opdracht, ‘Meer of min’, vindt plaats in het mooie tufsteenstadje Pitigliano, één van mijn favoriete plekken in Toscane.

De ‘tufsteenstadjes’ Sovana, Sorano en Pitigliano worden niet alleen omringd door Etruskische graven, maar zijn bovendien met elkaar verbonden door een ingenieus netwerk van vie cave, die de Etrusken in het zachte tufsteen hebben uitgehakt. Het is een indrukwekkende ervaring om te wandelen door de holle wegen, waarvan de wanden tot wel 20 meter hoog kunnen zijn!

Holle weg bij Pitigliano

De kandidaten gaan tot mijn spijt voor hun opdracht echter niet naar de holle wegen, die toch wel iets weghebben van een mollen-stelsel! Maar zo te zien regende het tijdens de opnamen behoorlijk en dan zou het ook niet verantwoord zijn om daar een opdracht uit te voeren. Zelf werd ik tijdens een wandeling door de holle wegen bij Pitigliano overvallen door een plensbui, en het pad kan dan behoorlijk glibberig worden. In de Dominicus Toscane heb ik een mooie wandeling door de holle wegen bij Pitigliano beschreven. Ook in mijn artikel voor Archeologie Magazine kun je meer lezen over de heilige holle wegen.

Pitigliano

Maar het stadje Pitigliano zelf is natuurlijk een plaatje… Bij de opdracht waarbij de kandidaten de luiken moeten openen, komt het mooi in beeld. Het verrijst hoog op een berg en is omgeven door diepe kloven. Onder het stadje bevindt zich een dicht netwerk van grotten die zijn uitgehouwen in tufsteen. Aanvankelijk waren het woningen, later deden ze dienst als wijnkelders, paardenstallen of opslagplaatsen voor goederen. Pitigliano ademt in alles de sfeer van de middeleeuwen uit.

Fontana delle Sette Canelle, Pitigliano

In de loop van de 16de eeuw vestigde zich een joodse gemeenschap in Pitigliano, met name nadat paus Pius IV in 1569 de Joden had verbannen uit Rome. Onder de heerschappij van de Medici werden deze Joden naar dit kleine getto verplaatst. Tegen de tijd dat de fascisten de rassenwetten introduceerden in 1938, waren de meesten van hen al vertrokken. In het voormalige getto vind je nog een kleine, rijkversierde synagoge uit 1598, een ritueel bad, een koosjere slagerij, een bakkerij met een traditionele matse-oven, een wijnkelder en een joodse leerlooierij.

Medici villa

In de Villa Medicea di Artimino vindt de test plaats. Dit is een van de twaalf Medici-villa’s in Toscane die samen met twee lusthoven op de Unesco werelderfgoedlijst staan. Hij heeft opvallend veel verschillende schoorsteentjes op het dak staan en wordt daarom ook wel ‘Huis met de honderd schoorstenen’ genoemd. De villa is helaas privébezit en maar beperkt geopend voor het publiek. Ieder eerste zondag van de maand is er een rondleiding, waarvoor je moet reserveren. Mail hier voor naar: eventi@artimino.com of bel: +39 055 8751426/7/8/9. 

Maar er zijn nog verschillende andere Medici villa’s die een bezoek waard zijn. Ze zijn vaker geopend voor het publiek en je kunt ze bovendien gratis bezoeken. Dit zijn mijn persoonlijke favorieten:

1. Villa di Castello en Villa della Petraia (liggen naast elkaar, dus goed te combineren)

2. Villa di Poggio a Caiano 

3. Villa di Poggio Imperiale 

Deze vier villa’s allemaal goed te bereiken vanuit Florence. Ze staan uitgebreid beschreven in mijn reisgids.

Meer lezen over Toscane?

Dominicus Toscane is de meest actuele Nederlandstalige reisgids van Toscane. De eerste druk is in 2020 verschenen. In tegenstelling tot veel andere reisgidsen is hij bovendien ‘corona-proof’. De gids geeft veel achtergrondinformatie en reistips over Toscane. Er is slechts een kleine selectie gemaakt van eet-, drink- en logeeradresjes die echt de moeite waard zijn. Na een recente controle blijken deze in januari 2022 nog allemaal open te zijn. Bovendien vind je in de gids veel webadressen, zodat je gemakkelijk zelf de actuele openingstijden van bezienswaardigheden kunt controleren. Hierdoor is de informatie, ook na de lockdown in Italië, nog even betrouwbaar. Alle foto’s in de gids zijn door mijzelf gemaakt. De gids is onder andere hier te bestellen.

ALLE TEKSTEN EN FOTO’S OP DEZE SITE VALLEN ONDER HET COPYRIGHT VAN HESTER VAN DELDEN. GEBRUIK ZONDER VOORAFGAANDE TOESTEMMING VAN DE RECHTHEBBENDE IS VERBODEN.

error: Content is protected !!